Trouw: Gevormd in Nederland, verbonden met Curaçao: wat voelen vader en dochter ‘terug’ op het eiland? | nu.CW (2024)

Emma Stomp en haar vader Olaf reisden samen naar Curaçao, het geboorteland van Olaf. Hij verhuisde op zijn zevende naar Nederland, Emma was er één keer als negenjarige. Hoe is het voor vader en dochter om weer terug te zijn op het eiland? De twee schrijven er in brieven naar elkaar over, geplaatst in een artikel van Trouw.

Lieve Emma,

De reis waar we zo lang naar hebben uitgekeken, ligt achter ons. Ik ben benieuwd hoe jij terugblikt op je hernieuwde kennismaking met Curaçao.

Toen ik zeven was, vertrokken mijn ouders, oudere broers en ik voorgoed van het eiland. Onze toekomst lag in Nederland, besloten jouw grootouders. In Nederland, zo tussen mijn negende en zestiende, droomde ik vaak van Curaçao. Over ons huis, de tuin waarin mijn broers en ik op blote voeten speelden en achter de hagedissen aan jaagden, de heerlijke zondagen aan de baai, onze hond Asta die we tot mijn verdriet hadden achtergelaten.

Ik herinner me nog goed hoe ik als zestienjarige voor het eerst terugkeerde. Maar eerlijk is eerlijk, het weerzien was vooral een desillusie. Als ik al de draad had willen oppakken dan was dat een naïeve gedachte. Mijn vriendjes van vroeger waren er niet meer, ons huis was niet meer ons huis, Asta was dood. Natuurlijk, het was een heerlijke vakantie. Maar ik merkte ontegenzeglijk ook: ik was in de tussentijd veranderd, ik was een zestienjarige puber die zijn draai in Nederland had gevonden. Ik hoorde niet meer bij Curaçao.

Bovendien sprak ik geen Papiaments. We spraken thuis alleen Nederlands, ook op Curaçao al. Niet alleen omdat mama, jouw omi, een witte Nederlandse is, ook in de van oorsprong Surinaamse familie van mijn vader was Nederlands de voertaal. Terug op het eiland merkte ik dat dit ging wringen, ik schaamde me voor deze tekortkoming. En ook daarna in Nederland als ik Curaçaoënaars trof, verontschuldigde ik me dat ik de taal van het eiland niet sprak.

Nog een ontboezeming: als jij niet het initiatief had genomen voor onze reis, was ik niet gegaan. Sinds mijn zestiende ben ik nog vier keer terug geweest en na de laatste keer dacht ik: been there, done that.

Tot jij zei dat je naar het eiland wilde vanwege je ‘project Opa Henk’. Je bent nieuwsgierig naar wie hij was en wat hij deed, wat hem bewoog om naar Nederland te vertrekken. De opa die voor jou tot voor kort weinig meer was dan de jonge, glimlachende man op de foto bij ons thuis op de schouw. Alles wil je weten over mijn vader, die overleed toen ik negen was en die jij nooit hebt gekend. Hoe zijn jeugd was en hoe het eiland eruitzag waar hij opgroeide tot hij op zijn 21ste naar Nederland vertrok om te gaan studeren.

Ik moet toegeven dat ik bij mezelf te rade ging bij jouw plotselinge honger naar kennis over het familieverleden. Was ik tekortgeschoten, had ik een blinde vlek voor het Caribische deel van mijn familieverleden en dat van mijn vader? Had ik je niet eerder veel meer moeten vertellen over hem?

Onze reis heeft flink wat losgewoeld. Onze reis heeft mijn liefde voor het eiland aangewakkerd. De trip, het weerzien met het eiland en familie doen me beseffen: ook al ben ik vooral gevormd in Nederland, ik voel me verbonden met Curaçao. De kiem werd al gelegd bij onze aankomst op vliegveld Hato. Weet je het nog, toen we in de rij stonden bij de douane? Na lang zoeken op mijn smartphone kon ik uiteindelijk het digitale immigratiedocument laten zien aan de dienstdoende functionaris, samen met mijn paspoort. “Hoeft niet”, verzuchtte ze. “Hier geboren.”

“Si, Yu di Kòrsou”, antwoordde ik. Kind van het eiland. Mijn beperkte vocabulaire in het Papiaments zette ik ook daarna trots in om me te onderscheiden van de bleke Hollanders die vakantie komen vieren op het eiland. Zo begon ik bewust altijd in het Papiaments te praten tegen de marktkooplui, in de winkels en in de restaurants, hoe schamel mijn woordenschat ook is. Dat schiep meteen een band.

Ik ben de schaamte voorbij.

Liefs, Olaf

Trouw: Gevormd in Nederland, verbonden met Curaçao: wat voelen vader en dochter ‘terug’ op het eiland? | nu.CW (1)

Lieve papa,

Bedankt voor je mooie brief. Voorafgaand aan onze reis stelde ik me voor, net als jij als zestienjarige, hoe het zou zijn om terug te keren op het eiland. Zou ik iets van herkenning voelen zodra ik uit het vliegtuig stapte? En zou die herkenning bevestigen dat ik ondanks mijn witte uiterlijk wel degelijk een connectie heb met het eiland en mijn Caribische en Surinaamse roots?

Toen ik Curaçao vanuit het vliegtuigraampje in de schemering zag liggen werd ik een beetje emotioneel. Jouw vader en mijn opa is al meer dan vijftig jaar dood, maar dankzij het eerste weerzien met het eiland voelde het alsof opa Henk tot leven kwam. Ik kreeg bijna het idee dat hij ons op zou wachten op het vliegveld in zijn kleurrijke tropenblouse en nette broek. “Bon bini”, zou hij zeggen. “De auto staat iets verderop.”

In plaats van opa Henk werden we opgewacht door de immigratiedienst. Ik was erg trots toen jij in het Papiaments antwoord gaf aan de functionaris, en dat je aan kon tonen dat je hier geboren was. Tegelijkertijd vond ik het jammer dat de functionaris door het verschil in onze huidskleuren niet doorhad dat ik jouw dochter was. Aan de andere kant: als ik zonder jou naar Curaçao was gekomen was ik al helemaal doorgegaan voor een toerist, nu kon ik tenminste nog zeggen dat ik bij jou hoorde.

Mijn eerste dag op Curaçao bracht me niet helemaal wat ik gehoopt had. Ik kon niet gelijk wennen aan het tropische klimaat, en het gevoel van herkenning waar ik zo op gehoopt had bleef ook uit. Net als jij als zestienjarige werd ik vooral met de neus op de feiten gedrukt dat ik behoorlijk Nederlands ben.

Dat gevoel veranderde enigszins toen je me de plekken liet zien waar opa Henk en jij gewoond hadden. Toen oudtante Ligia ons rondleidde door Zeelandia, de oude buurt waar zij met opa Henk opgroeide. Hun oude huis met veranda had helaas plaatsgemaakt voor een fantasieloos kantoorgebouw, maar gelukkig wist Ligia nog precies te vertellen waar vroeger de kippen in de tuin rondscharrelden en de waterput stond. Het hek met een gat erin waar ze doorheen klom om naar pianoles te gaan.

Toen we in het Nationaal Archief een document vonden waar opa Henk in voorkwam, begon ik me ook nauwer verbonden te voelen met mijn geschiedenis. In het document lazen we dat hij in 1962 in het werkcomité zat ter voorbereiding op het bezoek van prinses Irene en Margriet aan de eilanden. Wist je nog hoe blij de archivaris op de studiezaal, Glendalin William, was toen ze zag dat we iets gevonden hadden? “Dit is waarom we ons werk doen”, had ze gezegd.

Door op de plekken te komen waar mijn opa vroeger rondliep en verhalen over hem te horen, begon ik me langzaam verbonden te voelen met mijn roots. Want misschien is dat uiteindelijk ook wel waar het om gaat met je familiegeschiedenis: de verhalen en de plekken kennen. Vroeger zweeg ik meestal over mijn Caribische roots, maar dit ga ik niet langer doen. Ik denk dat ik net als jij de schaamte voorbij ben. Zijn er dingen die je anders gaat doen na ons bezoek aan Curaçao?

Liefs, Emma

Trouw: Gevormd in Nederland, verbonden met Curaçao: wat voelen vader en dochter ‘terug’ op het eiland? | nu.CW (2)

Lieve Emma,

Het ontroert me om te lezen dat de aankomst emotioneel voor je was en dat je daarbij aan je opa dacht. Ik voelde zijn geestelijke aanwezigheid niet toen we landden, maar wel toen we in het Nationaal Archief Curaçao op zoek waren naar hem. En toen zijn naam tot onze vreugde opdook in de documenten.

Hij kwam des te meer tot leven, denk ik, doordat het monumentale pand van het Nationale Archief in de wijk Scharloo ligt. Even verderop ligt het gebouw waar mijn vader in de jaren zestig werkte op de afdeling die verantwoordelijk was voor het beleid en de bekostiging van het katholieke onderwijs.

Aan die locatie bewaar ik een van mijn spaarzame en levendige herinneringen aan hem. Het was in een tijd waarin mijn moeder in Nederland verbleef vanwege familieomstandigheden. Daardoor ontfermde mijn vader zich meer dan anders over de activiteiten van mij en mijn broers.

Zo bracht hij me na zijn werk naar zwemles. Ik weet nog precies hoe ik als jongetje van vijf voor de landkaart van Curaçao stond op zijn werkkamer. En hoe ik op zijn voorspraak feilloos allerlei plaatsen wist te benoemen op het eiland en hij mijn kunstje aan zijn collega’s liet zien. Ik trots, hij trots.

Voor het overige vond ik het moeilijk om tijdens onze trip het Curaçao van destijds op mijn netvlies terug te toveren. Toen we voor het huis op de heuvel stonden waar ik als kind woonde, in Amerikanenkamp, viel me vooral weer op hoeveel huizen eromheen zijn gebouwd en dat de straten in de buurt allemaal zijn geasfalteerd. Zo’n contrast met de leegte, het zand, de planten en bomen van toen. De grond waarop ik met mijn kleine blote voetjes rondliep, is versteend. Op veel andere plaatsen in Willemstad trouwens ook. De plek waar het ouderlijk huis van mijn vader vroeger stond: een parkeerplaats en het steriele pand van een accountantskantoor.

Dat neemt allemaal niet weg dat onze trip mijn band met het eiland weer heeft verstevigd. Dat komt allereerst door de hartelijkheid waarmee we door onze familieleden zijn ontvangen. Familie is familie en ook al hadden sommigen jou pas één keer gezien als kind, je werd liefdevol aan de borst gedrukt.

Verder zijn het vooral mijn zintuigen die voor de hernieuwde verbinding zorgden: de geur van de tropische bloemen, planten en vruchten, de typisch Curaçaose gerechten, het licht, de kleuren, het landschap – de cactussen, de rotsen – het kwam allemaal weer boven. Daarbij wil ik de lelijke kant van het eiland niet wegvlakken: de toegenomen armoede en het schrijnende contrast tussen rijk en arm. Pijnlijk.

Wat ik anders ga doen na ons bezoek: mijn woordenschat Papiaments uitbreiden. En ik ga vaker terug, zeker in de winter. Die doorsta ik in Nederland naarmate ik ouder word steeds minder gemakkelijk. Mijn lijf houdt van de tropen.

Waar schaamde jij je voor trouwens, wat deed jou zwijgen over je biculturele familiegeschiedenis?

Liefs, Olaf

Lees het hele artikel hier.
Bron: Trouw.

Trouw: Gevormd in Nederland, verbonden met Curaçao: wat voelen vader en dochter ‘terug’ op het eiland? | nu.CW (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Kelle Weber

Last Updated:

Views: 5575

Rating: 4.2 / 5 (53 voted)

Reviews: 92% of readers found this page helpful

Author information

Name: Kelle Weber

Birthday: 2000-08-05

Address: 6796 Juan Square, Markfort, MN 58988

Phone: +8215934114615

Job: Hospitality Director

Hobby: tabletop games, Foreign language learning, Leather crafting, Horseback riding, Swimming, Knapping, Handball

Introduction: My name is Kelle Weber, I am a magnificent, enchanting, fair, joyous, light, determined, joyous person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.